الموضوع: Wie zijn de engelen des doods en hoe men zich ontdoet van het shirkachtige geloof in één enkele engel die de eigenschap bezit om tegelijkertijd over alle dienaren te waken ontkenning van het bestaan van ‘Azrā’īl

1

Wie zijn de engelen des doods, -en hoe men zich ontdoet van het shirk-achtige geloof in één enkele engel die de eigenschap bezit om tegelijkertijd over alle dienaren te waken (ontkenning van het bestaan van ‘Azrā’īl)?




- 1 -
Imam Nasser Mohammed Al-Yamani
30 - 12 - 1428 AH
08 - 01 - 2008 CE
12:21 ’s ochtends
——————————

Antwoord van de bezitter van de kennis van het Boek aan Habib Al-Habib met de waarheidsgetrouwe verklaring, zonder enige twijfel:


{ مَّا يَلْفِظُ مِن قَوْلٍ إِلَّا لَدَيْهِ رَ‌قِيبٌ عَتِيدٌ }

In de naam van Allah, de Barmhartige, de Genadige.

Allah, de Verhevene, zegt:
{وَلَا يَأْتُونَكَ بِمَثَلٍ إِلَّا جِئْنَاكَ بِالْحَقِّ وَأَحْسَنَ تَفْسِيرًا}
[Soera Al-Furqan:33]

Allah spreekt de waarheid, de Almachtige.

En Hij zegt:
{ثُمَّ إِنَّ عَلَيْنَا بَيَانَهُ}
[Soera Al-Qiyamah:19]

Allah spreekt de waarheid, de Almachtige.

In Hem zoek ik mijn hulp en van Hem ontvang ik de ware uitleg van de Grote Koran, door ingeving van begrip (wahy at-tafhim), en niet door de fluistering van een vervloekte satan. Integendeel, ik geef jullie de meest waarachtige verklaring, afgeleid van het duidelijke en heldere bewijs in de Koran, het verlichte Boek van Allah. Daarom roep ik op tot de weg van mijn Heer met inzicht, en ik behoor tot de moslims.

Daarna:

O Habib Al-Habib, hier is de ware verklaring over de engel Raqib en de engel ‘Atid. Evenzo verklaar ik jou hiermee mijn overwinning vóór het debat zelf: ik zal je overweldigen met de waarheid, en ik zal je met overtuiging tegenspreken – met toestemming van Allah – indien jij de waarheid wenst. Zo zul je weten dat ik de waarheid van jouw Heer ben. Maar als je door trots wordt bezeten en zondigt, dan zal Allah een satan tot jouw metgezel maken, die je tegenhoudt van de leiding nadat die tot je is gekomen. En als je niet door trots tot zonde wordt gedreven, dan zal Allah jou uitkiezen en maken tot een van de verhevene, waarachtige afgevaardigden in de wereld die – vóór de verschijning – de ware verklaring van de verzen van hun Heer hebben aanvaard, zonder ze te verdraaien, en die niets over Allah zeggen wat ze niet weten, maar die goed luisteren en het beste volgen. Wees daarom één van hen. Ik hoop dat Allah je daartoe rekenen zal.

Is het voor jou niet voldoende dat ik je reeds vertelde wat jij wilde aankondigen aan de wereld – dat jij de verwachte Mahdi bent – vóórdat jij het zelf had aangekondigd? Zoals mijn Heer mij heeft geïnspireerd over wat jij wilde zeggen (dat jij de verwachte Mahdi bent) vóórdat jij het zei, zo inspireert Hij mij ook met de ware verklaring van de Koran. Wees dus niet naïef en geloof mij niet in de verklaring van de verzen die jij hebt gevraagd, tenzij ik jou het bewijs uit de Koran zelf geef en het duidelijk uitleg zoals mijn Heer het mij geleerd heeft met absolute zekerheid, zonder twijfel of onzekerheid. Ik zeg over Allah niets wat ik niet weet en volg geen vermoeden dat geen beetje waarheid oplevert. Integendeel, ik leid recht en eerlijk met de waarheid en leid ermee naar het rechte pad.

Hier is de ware verklaring zelf, vanuit de waarheid, als bevestiging van het woord van Allah, de Verhevene:
{وَلَا يَأْتُونَكَ بِمَثَلٍ إِلَّا جِئْنَاكَ بِالْحَقِّ وَأَحْسَنَ تَفْسِيرًا}
[Soera Al-Furqan:33]


En Allah, de Verhevene, zegt:
{وَلَقَدْ خَلَقْنَا الْإِنْسَانَ وَنَعْلَمُ مَا تُوَسْوِسُ بِهِ نَفْسُهُ وَنَحْنُ أَقْرَبُ إِلَيْهِ مِنْ حَبْلِ الْوَرِيدِ ﴿١٦﴾ إِذْ يَتَلَقَّى الْمُتَلَقِّيَانِ عَنِ الْيَمِينِ وَعَنِ الشِّمَالِ قَعِيدٌ ﴿١٧﴾ مَا يَلْفِظُ مِنْ قَوْلٍ إِلَّا لَدَيْهِ رَقِيبٌ عَتِيدٌ ﴿١٨﴾ وَجَاءَتْ سَكْرَةُ الْمَوْتِ بِالْحَقِّ ذَٰلِكَ مَا كُنْتَ مِنْهُ تَحِيدُ ﴿١٩﴾}
[Soera Qaf]

Allah spreekt de waarheid, de Almachtige.

Hier is de volledige verklaring over Raqib en ‘Atid, en wij zijn waarachtig – met toestemming van Allah, Heer der werelden:

Raqib en ‘Atid behoren tot de nabije engelen van Allah. Allah heeft hen gezonden om alle daden en woorden van de mens – zowel goed als kwaad – te registreren. Wanneer een mens Allah met zijn tong gedenkt, schrijft Raqib dat gebed op. Maar wanneer een mens Allah in zijn hart gedenkt zonder iets met zijn tong of lippen te uiten, dan weet Raqib niet wat zijn ziel fluistert. Enkel Hij die de mens heeft geschapen en dichter bij hem is dan zijn halsslagader, kent dat. Allah openbaart dan aan Raqib wat de ziel in stilte heeft gefluisterd, zodat Raqib dat kan registreren in het zuivere Boek dat hij in zijn hand houdt.

Raqib is een gezant die is aangesteld door het Paradijs van het Eeuwige Verblijf om alle woorden en daden op te schrijven die ertoe leiden. Daarom noemt Allah hem in de Koran “safara” (gezanten):
{كَلَّا إِنَّهَا تَذْكِرَةٌ ﴿١١﴾ فَمَنْ شَاءَ ذَكَرَهُ ﴿١٢﴾ فِي صُحُفٍ مُكَرَّمَةٍ ﴿١٣﴾ مَرْفُوعَةٍ مُطَهَّرَةٍ ﴿١٤﴾ بِأَيْدِي سَفَرَةٍ ﴿١٥﴾ كِرَامٍ بَرَرَةٍ ﴿١٦﴾}
[Soera ‘Abasa]

Allah spreekt de waarheid, de Almachtige.

Dit betekent dat hij alleen het goede van de mens registreert. Vandaar zegt Allah:
{فَمَنْ شَاءَ ذَكَرَهُ ﴿١٢﴾ فِي صُحُفٍ مُكَرَّمَةٍ ﴿١٣﴾ مَرْفُوعَةٍ مُطَهَّرَةٍ ﴿١٤﴾ بِأَيْدِي سَفَرَةٍ ﴿١٥﴾ كِرَامٍ بَرَرَةٍ ﴿١٦﴾}
[Soera ‘Abasa]



Deze “Safara” zijn dus engelen-gezanten van het Paradijs van het Eeuwige Verblijf. Bij elke mens bevindt zich één van hen, namelijk Raqib, die aan zijn rechterkant zit en vanaf het begin – zodra het bewijs is gelegd – tot het eeuwige einde met hem is belast.

Wat ‘Atid betreft: hij behoort eveneens tot de verhevene, nabije engelen van Allah, die sterk en strikt zijn in de waarheid. Hij is een gezant van de Hel en belast met het registreren van alle woorden en daden die naar de Hel leiden – zelfs van wat de ziel in stilte fluistert.
Dit bevestigt Allahs woord:
{وَإِنْ تُبْدُوا مَا فِي أَنْفُسِكُمْ أَوْ تُخْفُوهُ يُحَاسِبْكُمْ بِهِ اللَّهُ}
[Soera Al-Baqara:284]


Maar ‘Atid weet niet wat de ziel fluistert; hij ontvangt dat door openbaring van Degene Die de mens heeft geschapen en Wiens weten en horen dichter bij hem is dan zijn halsslagader – Degene Die altijd met hen is, overal, Die hoort en ziet. Allah, er is geen god behalve Hij, Heer der werelden, Die de verborgen blikken kent en wat de harten verbergen. Of je nu iets openlijk zegt of in stilte, Hij kent het geheim en nog meer. Aan Hem behoren de mooiste Namen.

Wat de mens met zijn tong uitspreekt: als het goed is, registreert Raqib het; als het kwaad is, registreert ‘Atid het. Ze registreren niet alles wat de mens denkt, maar alleen datgene(uitspraak) wat naar het Paradijs of naar de Hel leidt. Vandaar Allahs woord:
{كَلَّا إِنَّهَا تَذْكِرَةٌ ﴿١١﴾ فَمَنْ شَاءَ ذَكَرَهُ ﴿١٢﴾ فِي صُحُفٍ مُكَرَّمَةٍ ﴿١٣﴾ مَرْفُوعَةٍ مُطَهَّرَةٍ ﴿١٤﴾ بِأَيْدِي سَفَرَةٍ ﴿١٥﴾ كِرَامٍ بَرَرَةٍ ﴿١٦﴾}
[Soera ‘Abasa]


We zien dus dat de engelen-gezanten van het Paradijs alleen het “gedenken” van Allah registreren en elk goed woord, zoals een aansporing tot liefdadigheid, goed doen of vrede stichten tussen mensen. Dit alles maakt slechts een deel uit van de taken van Raqib en ‘Atid.

Laten we nu doorgaan naar hun tweede taak:

Wanneer een mens het vastgestelde tijdstip van zijn dood nadert – en voor elke dood is er een vastgeschreven boek – dan worden Raqib en ‘Atid zelf de engelen des doods. Als de mens tot de bewoners van de Hel behoort, openbaart Allah aan ‘Atid dat hij de engel des doods is voor die persoon. Raqib helpt dan ‘Atid bij het wegnemen van de ziel van deze mens, die tot de bewoners van de Vuren behoort en wiens metgezel een satan is die hem van de Weg afhoudt en hem laat geloven dat hij tot de geleiden behoort.

Elke ongelovige heeft dus een eigen engel des doods genaamd ‘Atid. Allah heeft niet slechts één engel des doods aangesteld – Heilig is Hij! Hoe zou één enkele engel anders tegelijkertijd de zielen van zovelen overal ter wereld kunnen wegnemen?
Geprezen zij Hij Die alles tegelijkertijd omvat in Zijn genade en kennis en over alles almachtig is!

Deze eigenschap behoort uitsluitend Allah toe – er is niets zoals Hij. Hij hoort en creëert tegelijkertijd, zonder afwezigheid, vergeetachtigheid, slaperigheid of onoplettendheid. Hij is over alles almachtig.

Sommigen zouden willen onderbreken en zeggen: “Allah zegt immers:
{قُلْ يَتَوَفَّاكُمْ مَلَكُ الْمَوْتِ الَّذِي وُكِّلَ بِكُمْ ثُمَّ إِلَىٰ رَبِّكُمْ تُرْجَعُونَ}
[Soera As-Sajda:11]”


Daarop antwoordt de verwachte Mahdi, Nasser Mohammed Al-Yamani, en zegt bij Allah, de Verhevene, de Groten: de engel des doods belast met de ongelovigen is ‘Atid – de vogel die aan de hals van elke mens is gekoppeld, zodra het bewijs tegen hem is gelegd.

Allah zegt:
{قَالُوا إِنَّا تَطَيَّرْنَا بِكُمْ لَئِنْ لَمْ تَنْتَهُوا لَنَرْجُمَنَّكُمْ وَلَيَمَسَّنَّكُمْ مِنَّا عَذَابٌ أَلِيمٌ ﴿١٨﴾ قَالُوا طَائِرُكُمْ مَعَكُمْ أَئِنْ ذُكِّرْتُمْ بَلْ أَنْتُمْ قَوْمٌ مُسْرِفُونَ ﴿١٩﴾}
[Soera Ya-Seen]


Het is niet één enkele “vogel”, maar elke afkerige mens heeft zijn eigen vogel – zijn eigen engel des doods, ‘Atid.

Allah zegt:
{وَكُلَّ إِنْسَانٍ أَلْزَمْنَاهُ طَائِرَهُ فِي عُنُقِهِ وَنُخْرِجُ لَهُ يَوْمَ الْقِيَامَةِ كِتَابًا يَلْقَاهُ مَنْشُورًا ﴿١٣﴾ اقْرَأْ كِتَابَكَ كَفَىٰ بِنَفْسِكَ الْيَوْمَ عَلَيْكَ حَسِيبًا ﴿١٤﴾}
[Soera Al-Isra’:13-14]

Misschien wil iemand uit de moslimgemeenschap mij onderbreken en zeggen: “Maar de engel des doods heet Azra’il!”

Daarop antwoorden wij: Komt, laat ons ons richten op de Grote Koran. Wie kan beter rechtspreken dan Allah voor degenen die weten? Volgt niet het vermoeden dat geen waarde heeft. Bij Allah, ik zou dit debat over Azra’il nooit hebben geopend, ware het niet dat ik mijn Heer wil zuiveren van de associatie met een eigenschap die alleen Hem toekomt – namelijk volledige almacht en omvattende kennis.

Jullie opvatting over Azra’il deelt een eigenschap van Allah Zelf – en dat is verboden. Allah heeft in de Koran geen enkele autoriteit gegeven voor de naam “Azra’il”. In plaats daarvan heeft Hij in de Koran de namen van alle engelen des doods geopenbaard – en onder hen vinden wij geen enkele genaamd Azra’il.

Deze engelen ontvangen de openbaring rechtstreeks van de Levende, de Eeuwig Bestaande – Allah, Heer der werelden – Die de mens geschapen heeft en weet wat zijn ziel fluistert. Zij weten niet wat de ziel fluistert, behalve Hij Die het geschapen heeft. Maar wat de mens met zijn tong uitspreekt, dat weten zij wel: als het goed is, noteert Raqib het; als het kwaad is, noteert ‘Atid het.

Jullie weten, o gemeenschap van moslims, dat bij elke mens twee engelen zijn: Raqib en ‘Atid. Zij zijn niet de enige twee die de mens begeleiden – Heilig is Hij Die alles in Zijn kennis omvat! Bij elke mens zijn er twee engelen – Raqib, de gezant van het Paradijs, en ‘Atid, de gezant van de Hel. Zij zijn de “Safara” – de edele, reine gezanten: de gezant van het Genot en de gezant van de Hel.

Laten we nu doorgaan naar hun tweede taak – het moment van de dood – en samen in de Koran zoeken wie de engelen des doods zijn die de mens wegnemen, of hij nu tot het Paradijs of tot de Hel behoort.

Voor de bewoners van de Hel ziet de Koran dat Allah elk van hen een eigen engel des doods belast – namelijk ‘Atid. Het is dus niet één enkele engel die alle zielen wegneemt. Laat ons ons richten op de Koran, als jullie daarin gelovig zijn.

De “Hafaza” (bewakers) zijn de engelen die Allah zond om de daden van de mens te registreren – goed en kwaad – en hem blijven begeleiden tot de dood komt. Dan nemen zij zijn ziel weg en verheffen haar. Zij verlaten hem niet, zelfs na zijn dood, omdat zij tot de Dag der Opstanding belast blijven met de bewoners van de Hel.


En zoals we u eerder hebben gezegd dat:
De bewakers van de daden zijn de engel Raqib en de engel ‘Atid, die Allah heeft gezonden om de mens voortdurend te begeleiden en al zijn daden en uitspraken op te schrijven, totdat zijn voorbestemde tijd komt. Dan ontvangen zij van Allah de openbaring om zijn ziel te nemen.



Allah zegt:
{وَهُوَ الْقَاهِرُ فَوْقَ عِبَادِهِ وَيُرْسِلُ عَلَيْكُمْ حَفَظَةً حَتَّىٰ إِذَا جَاءَ أَحَدَكُمُ الْمَوْتُ تَوَفَّتْهُ رُسُلُنَا وَهُمْ لَا يُفَرِّطُونَ}
[Soera Al-An’am:61]

Maar het verschilt voor de gelovigen: hun ziel wordt weggenomen door Raqib, de gezant van het Paradijs, en ‘Atid helpt hem daarbij. Voor de ongelovigen daarentegen neemt ‘Atid, de gezant van de Hel, hun ziel weg, terwijl Raqib hem helpt.

De dood van de bewoners van het Paradijs verschilt van die van de bewoners van de Hel. De engelen des doods nemen de ziel van de gelovige zacht en mild weg, maar van de ongelovige met harde slagen op zijn gezicht en rug.

Allah zegt:
{وَلَوْ تَرَىٰ إِذِ الظَّالِمُونَ فِي غَمَرَاتِ الْمَوْتِ وَالْمَلَائِكَةُ بَاسِطُو أَيْدِيهِمْ أَخْرِجُوا أَنْفُسَكُمُ الْيَوْمَ تُجْزَوْنَ عَذَابَ الْهُونِ بِمَا كُنْتُمْ تَقُولُونَ عَلَى اللَّهِ غَيْرَ الْحَقِّ وَكُنْتُمْ عَنْ آيَاتِهِ تَسْتَكْبِرُونَ}
[Soera Al-An’am:93]

En:
{وَلَوْ تَرَىٰ إِذْ يَتَوَفَّى الَّذِينَ كَفَرُوا الْمَلَائِكَةُ يَضْرِبُونَ وُجُوهَهُمْ وَأَدْبَارَهُمْ وَذُوقُوا عَذَابَ الْحَرِيقِ ﴿٥٠﴾ ذَٰلِكَ بِمَا قَدَّمَتْ أَيْدِيكُمْ وَأَنَّ اللَّهَ لَيْسَ بِظَلَّامٍ لِلْعَبِيدِ ﴿٥١﴾}
[Soera Al-Anfal]


Zoals we u eerder hebben uitgelegd, betekent het “uitstrekken van de handen van de engelen naar degenen die ongelovig zijn” dat zij hen hard slaan; dit is het eerste station van de bestraffing. Daarna brengen zij hem naar de Hel van Jahannam, overeenkomstig het lot dat voor hem is vastgesteld.

En Allah, de Verhevene, zegt:

{وَلَوْ تَرَىٰ إِذْ يَتَوَفَّى الَّذِينَ كَفَرُوا الْمَلَائِكَةُ يَضْرِبُونَ وُجُوهَهُمْ وَأَدْبَارَهُمْ وَذُوقُوا عَذَابَ الْحَرِيقِ ﴿٥٠﴾ }

Allah spreekt de waarheid, de Almachtige. [Al-Anfal]



Na de slagen en het wegnemen van de ziel, wordt hij meegenomen naar de Hel, en roept hij uit: “Woe is mij! Waar nemen jullie mij heen?” Omdat hij weet dat de bestraffing van de Hel hem te wachten staat.

Daarna wordt hij ondervraagd voordat hij in zijn kuil in de Hel wordt geworpen. ‘Atid vraagt hem: “Wat deed je aan kwaad?” Dan geeft de ongelovige zich over en zegt: “Wij hebben geen kwaad gedaan.”
Toen ontkenden zij alles wat de engel ‘Atid had opgeschreven. Maar ‘Atid antwoordde hen: “Ja, jullie hebben het kwaad gedaan, en ik heb jullie geen onrecht aangedaan. Allah zal rechtvaardig tussen mij en jullie oordelen; want Allah weet wat jullie doen.” En Allah, de Verhevene, zegt:

{الَّذِينَ تَتَوَفَّاهُمُ الْمَلَائِكَةُ ظَالِمِي أَنْفُسِهِمْ فَأَلْقَوُا السَّلَمَ مَا كُنَّا نَعْمَلُ مِنْ سُوءٍ}
[Soera An-Nahl:28
]

Maar ‘Atid antwoordt:
{بَلَىٰ إِنَّ اللَّهَ عَلِيمٌ بِمَا كُنْتُمْ تَعْمَلُونَ}
[Soera An-Nahl:28]


Degene die zei:
{بَلَىٰ إِنَّ اللَّهَ عَلِيمٌ بِمَا كُنْتُمْ تَعْمَلُونَ}

was de engel (‘Atid), die door de mens ervan beschuldigd werd hem onrecht aan te doen. Daarom zei hij: “Ja, jij hebt het kwaad gedaan, en ik heb je geen onrecht aangedaan. Allah zal rechtvaardig tussen mij en jou oordelen, en ik heb je werkelijk geen onrecht gedaan.” Daarom zei hij:
{ إِنَّ اللَّهَ عَلِيمٌ بِمَا كُنْتُمْ تَعْمَلُونَ},

wat betekent: “Allah zal tussen ons beslissen of ik iets tegen je heb verzonnen dat je niet hebt gedaan.”

Op de Dag des Oordeels zal dan de ongelovige mens worden voorgeleid, en de engel ‘Atid zal hem voortdrijven, opdat Allah tussen hen zal richten — want Hij kent de daden van de mens. Daarom is ‘Atid, die door de ongelovige mens werd beschuldigd van lastering, zijn tegenstander geworden. Hij zal hem op de Dag des Oordeels naar Allah voortdrijven, opdat Er tussen hen in waarheid geoordeeld zal worden.



Raqib is dan de getuige, want hij was aanwezig bij het kwaad, hoewel hij niet belast was met het opschrijven ervan. Daarom wordt hij op de Dag des Oordeels een getuige genoemd. Hij bevestigt dan de getrouwheid van wat ‘Atid heeft opgeschreven.




De ongelovige zweren dan onder ede dat zij geen kwaad hebben gedaan.

{وَيَوْمَ نَحْشُرُهُمْ جَمِيعًا ثُمَّ نَقُولُ لِلَّذِينَ أَشْرَكُوا أَيْنَ شُرَكَاؤُكُمُ الَّذِينَ كُنْتُمْ تَزْعُمُونَ ﴿٢٢﴾ ثُمَّ لَمْ تَكُنْ فِتْنَتُهُمْ إِلَّا أَنْ قَالُوا وَاللَّهِ رَبِّنَا مَا كُنَّا مُشْرِكِينَ ﴿٢٣﴾ انْظُرْ كَيْفَ كَذَبُوا عَلَىٰ أَنْفُسِهِمْ ۚ وَضَلَّ عَنْهُمْ مَا كَانُوا يَفْتَرُونَ ﴿٢٤﴾} صدق الله العظيم [الأنعام].
[22-24SOERA AL-ANAAM]
وقال الله تعالى: {يَوْمَ يَبْعَثُهُمُ اللَّهُ جَمِيعًا فَيَحْلِفُونَ لَهُ كَمَا يَحْلِفُونَ لَكُمْ وَيَحْسَبُونَ أَنَّهُمْ عَلَىٰ شَيْءٍ أَلَا إِنَّهُمْ هُمُ الْكَاذِبُونَ} صدق الله العظيم [المجادلة:١٨].


Op dat moment verzegelt Allah hun monden, en laat Hij hun handen, voeten en huid tegen hen getuigen over wat zij deden. Daarna ontzegelt Allah hun monden, zodat zij spreken, en zij zeggen dan tegen hun handen, voeten en huid: “Waarom hebben jullie tegen ons getuigd?” Zij antwoorden: “Allah heeft ons doen spreken, Degene Die alles laat spreken.”

Op dat moment geeft Allah het goddelijke bevel aan (‘Atid) en (Raqib): “Werp dat mens in de Hel van Jahannam!” Dan roept de metgezel (qarin) van de mens uit: “Mijn Heer, ik heb hem niet doen afdwalen; hij verkeerde slechts in een diepe dwaling.”

Allah zegt: “Ruzied niet bij Mij vandaag! Ik heb de waarschuwing reeds aan jullie gegeven. Mijn woord kan niet veranderd worden, en Ik ben geen onrechtvaardige Heer jegens Mijn dienaren.”

En Allah, de Verhevene, zegt:
{وَلَقَدْ خَلَقْنَا الْإِنْسَانَ وَنَعْلَمُ مَا تُوَسْوِسُ بِهِ نَفْسُهُ وَنَحْنُ أَقْرَبُ إِلَيْهِ مِنْ حَبْلِ الْوَرِيدِ ﴿١٦﴾ إِذْ يَتَلَقَّى الْمُتَلَقِّيَانِ عَنِ الْيَمِينِ وَعَنِ الشِّمَالِ قَعِيدٌ ﴿١٧﴾ مَا يَلْفِظُ مِنْ قَوْلٍ إِلَّا لَدَيْهِ رَقِيبٌ عَتِيدٌ ﴿١٨﴾ وَجَاءَتْ سَكْرَةُ الْمَوْتِ بِالْحَقِّ ذَٰلِكَ مَا كُنْتَ مِنْهُ تَحِيدُ ﴿١٩﴾ وَنُفِخَ فِي الصُّورِ ذَٰلِكَ يَوْمُ الْوَعِيدِ ﴿٢٠﴾ وَجَاءَتْ كُلُّ نَفْسٍ مَعَهَا سَائِقٌ وَشَهِيدٌ ﴿٢١﴾ لَقَدْ كُنْتَ فِي غَفْلَةٍ مِنْ هَٰذَا فَكَشَفْنَا عَنْكَ غِطَاءَكَ فَبَصَرُكَ الْيَوْمَ حَدِيدٌ ﴿٢٢﴾ وَقَالَ قَرِينُهُ هَٰذَا مَا لَدَيَّ عَتِيدٌ ﴿٢٣﴾ أَلْقِيَا فِي جَهَنَّمَ كُلَّ كَفَّارٍ عَنِيدٍ ﴿٢٤﴾ مَنَّاعٍ لِلْخَيْرِ مُعْتَدٍ مُرِيبٍ ﴿٢٥﴾ الَّذِي جَعَلَ مَعَ اللَّهِ إِلَٰهًا آخَرَ فَأَلْقِيَاهُ فِي الْعَذَابِ الشَّدِيدِ ﴿٢٦﴾ قَالَ قَرِينُهُ رَبَّنَا مَا أَطْغَيْتُهُ وَلَٰكِنْ كَانَ فِي ضَلَالٍ بَعِيدٍ ﴿٢٧﴾ قَالَ لَا تَخْتَصِمُوا لَدَيَّ وَقَدْ قَدَّمْتُ إِلَيْكُمْ بِالْوَعِيدِ ﴿٢٨﴾ مَا يُبَدَّلُ الْقَوْلُ لَدَيَّ وَمَا أَنَا بِظَلَّامٍ لِلْعَبِيدِ ﴿٢٩﴾ يَوْمَ نَقُولُ لِجَهَنَّمَ هَلِ امْتَلَأْتِ وَتَقُولُ هَلْ مِنْ مَزِيدٍ ﴿٣٠﴾}

Allah spreekt de waarheid, de Almachtige. [Soera Qaf]

Zoals we u eerder hebben onderwezen, zijn de “Hafaza” (bewakers) vanaf begin tot einde belast met de mens. Nu is u duidelijk geworden dat de “Saa’iq” (drijvende engel) niemand anders is dan de engel (‘Atid), terwijl de getuige zijn metgezel is, de engel (Raqib), de schrijver van de goede daden. Allah heeft hem echter tot getuige gemaakt, omdat hij aanwezig was toen de mens kwaad deed. Raqib zag niet dat ‘Atid iets opschreef wat de mens niet had gedaan; integendeel, Raqib was een van de getuigen daarvan. Daarom bracht hij zijn getuigenis voor Allah naar voren en zei:
{وَقَالَ قَرِينُهُ هَٰذَا مَا لَدَيَّ عَتِيدٌ}.


Dat is de getuigenis die Raqib (de metgezel van ‘Atid) voor Allah aflegde, namelijk dat wat ‘Atid had opgeschreven de zuivere waarheid was en dat hij de mens geen onrecht had aangedaan.

(Raqib)
is de metgezel van de drijvende engel, en de drijvende engel is de engel (‘Atid), die de mens naar zijn Heer voortdrijft opdat Er tussen hen in waarheid geoordeeld zal worden of ‘Atid hem onrecht heeft aangedaan.
Vergeet niet dat de mens alle slechte daden die bij ‘Atid waren opgetekend ontkende. Daarom zei de mens met de slechte daden: “Ik heb geen kwaad gedaan.” Als dat waar zou zijn, zou ‘Atid dus tegen hem gelogen hebben. Zie hoe hij het ontkent!

Allah, de Verhevene, zegt:
{الَّذِينَ تَتَوَفَّاهُمُ الْمَلَائِكَةُ ظَالِمِي أَنْفُسِهِمْ فَأَلْقَوُا السَّلَمَ مَا كُنَّا نَعْمَلُ مِنْ سُوءٍ}
Allah spreekt de waarheid, de Almachtige. [Soera An-Nahl:28]


Daarom zien we dat de engel ‘Atid de mens naar zijn Heer voortdrijft opdat Er in waarheid tussen hen geoordeeld zal worden. Denk aan de woorden van ‘Atid! Allah zegt:


{الَّذِينَ تَتَوَفَّاهُمُ الْمَلَائِكَةُ ظَالِمِي أَنْفُسِهِمْ فَأَلْقَوُا السَّلَمَ مَا كُنَّا نَعْمَلُ مِنْ سُوءٍ بَلَىٰ إِنَّ اللَّهَ عَلِيمٌ بِمَا كُنْتُمْ تَعْمَلُونَ}
Allah spreekt de waarheid, de Almachtige. [Soera An-Nahl:28]


Het woord van ‘Atid is dus:
{بَلَىٰ إِنَّ اللَّهَ عَلِيمٌ بِمَا كُنْتُمْ تَعْمَلُونَ},


wat betekent dat hij het oordeel terugverwijst naar Allah, opdat Hij tussen hen zal richten. Daarom zien we dat ‘Atid op de Dag des Oordeels de mens voortdrijft, terwijl de engel Raqib de getuige is — want hij was aanwezig bij de mens met zijn slechte daden en bij ‘Atid, die belast was met het registreren van het kwaad. Raqib getuigde niet dat ‘Atid iets opschreef wat de mens niet had gedaan. Daarom stelde Allah hem als ware getuige aan, en zo bracht hij zijn getuigenis voor Allah naar voren, zoals Allah zegt:
{وَقَالَ قَرِينُهُ هَٰذَا مَا لَدَيَّ عَتِيدٌ}

Allah spreekt de waarheid, de Almachtige.

Met “qarinuhu” (zijn metgezel) wordt hier de metgezel van de drijvende engel bedoeld, niet de metgezel van de mens. Zoals we u reeds hebben geleerd, is de drijvende engel de engel ‘Atid, en zijn metgezel is zijn metgezel en vriend, namelijk de engel Raqib. De metgezel van de mens daarentegen is de satan, en hij is degene die zei: “Mijn Heer, ik heb hem niet doen afdwalen; hij verkeerde slechts in een diepe dwaling.”

Als jullie dit goed overwegen, zult u zien dat het bevel betrekking heeft op de twee engelen die met de mens belast zijn: de drijvende engel ‘Atid en de getuige Raqib. Nadat Raqib zijn getuigenis had afgelegd, betwistte de mens die getuigenis, waarna zijn ledematen en huid tegen hem getuigden. Vervolgens werd het bevel aan de twee engelen — ‘Atid en Raqib — gegeven om hem in de Hel van Jahannam te werpen, waarmee hun taak was beëindigd. Daarom zien we dat het bevel in de vorm van de dualis (meervoud voor twee personen) is gegeven. Allah zegt:
{وَقَالَ قَرِينُهُ هَٰذَا مَا لَدَيَّ عَتِيدٌ ﴿٢٣﴾ أَلْقِيَا فِي جَهَنَّمَ كُلَّ كَفَّارٍ عَنِيدٍ ﴿٢٤﴾ مَنَّاعٍ لِلْخَيْرِ مُعْتَدٍ مُرِيبٍ ﴿٢٥﴾ الَّذِي جَعَلَ مَعَ اللَّهِ إِلَٰهًا آخَرَ فَأَلْقِيَاهُ فِي الْعَذَابِ الشَّدِيدِ ﴿٢٦﴾}
Allah spreekt de waarheid, de Almachtige. [Soera Qaf]


Deze aya is duidelijk en ondubbelzinnig: de twee belasten zijn van begin tot einde de engel ‘Atid en de engel Raqib. Daarom zien we dat het goddelijke bevel twee keer in de dualisvorm wordt uitgesproken:
{أَلْقِيَا فِي جَهَنَّمَ كُلَّ كَفَّارٍ عَنِيدٍ ﴿٢٤﴾ مَنَّاعٍ لِلْخَيْرِ مُعْتَدٍ مُرِيبٍ ﴿٢٥﴾ الَّذِي جَعَلَ مَعَ اللَّهِ إِلَٰهًا آخَرَ فَأَلْقِيَاهُ فِي الْعَذَابِ الشَّدِيدِ ﴿٢٦﴾}
Allah spreekt de waarheid, de Almachtige. [Soera Qaf]


Het is u dus duidelijk geworden dat de engelen des doods zelf Raqib en ‘Atid zijn, en dat zij de mens nooit verlaten; integendeel, zij blijven hem vanaf het begin tot aan het moment van zijn dood begeleiden, nemen zijn ziel weg en blijven hun taak voortzetten vanaf de dood tot op de Dag des Oordeels, totdat zij hem — lichaam en ziel — in de harde bestraffing werpen.

De “Hafaza” zijn dus dezelfde engelen die de zielen wegnemen: zij blijven de mens begeleiden tot de dood komt, waarna zij zijn ziel wegnemen en hem niet verlaten
— hun taak gaat zelfs na de dood door.

Allah, de Verhevene, zegt:
{وَهُوَ الْقَاهِرُ فَوْقَ عِبَادِهِ وَيُرْسِلُ عَلَيْكُمْ حَفَظَةً حَتَّىٰ إِذَا جَاءَ أَحَدَكُمُ الْمَوْتُ تَوَفَّتْهُ رُسُلُنَا وَهُمْ لَا يُفَرِّطُونَ}
Allah spreekt de waarheid, de Almachtige. [Soera Al-An’am:61]


Overweeg deze aya goed:
{وَيُرْسِلُ عَلَيْكُمْ حَفَظَةً حَتَّىٰ إِذَا جَاءَ أَحَدَكُمُ الْمَوْتُ تَوَفَّتْهُ رُسُلُنَا وَهُمْ لَا يُفَرِّطُونَ}.

Jullie denken misschien dat de “rozen des doods” nieuwe engelen zijn, maar zij zijn juist dezelfden die eerder werden gezonden: ‘Atid en Raqib. Daarom zegt Allah:
{حَتَّىٰ إِذَا جَاءَ أَحَدَكُمُ الْمَوْتُ تَوَفَّتْهُ رُسُلُنَا وَهُمْ لَا يُفَرِّطُونَ}

Allah spreekt de waarheid, de Almachtige.

Al dit betoog is niets anders dan een uitleg van de aya die mijn broeder (Habib Al-Habib) mij gevraagd heeft uit te leggen, namelijk Zijn woord, de Verhevene:
{مَا يَلْفِظُ مِنْ قَوْلٍ إِلَّا لَدَيْهِ رَقِيبٌ عَتِيدٌ}
Allah spreekt de waarheid, de Almachtige. [Soera Qaf:18]

Wij hebben voor u een samenvatting van deze aya geschreven en die gedetailleerd uitgelegd. Wij hebben nog vele bewijzen van de ware uitleg in petto, die wij bewaren voor de twijfelaars, opdat wij hen overtuigend kunnen weerleggen.

Denk goed na, o Habib Al-Habib! Als jij een betere uitleg of een mooiere verklaring hebt dan de mijne, breng die dan bij ons en bewijs dat mijn uitleg duidelijk verkeerd is. Maar ik zeg je: je zult niet in staat zijn te zeggen dat het onjuist is, want ik heb deze uitleg niet gebaseerd op vermoeden of persoonlijke inspanning, maar alles is ontleend aan de Koran zelf. Daarom kun je de Koran niet ontkennen, tenzij je tot de ongelovigen in de Grote Koran behoort.

Ik herhaal, herhaal en herhaal nogmaals: “O geheel der geleerden van de ummah! Als jullie mij uit het Koran overtuigend verslaan, dan rust op mij de vloek van Allah, de engelen en alle mensen. Maar als ik jullie versla en jullie weten dat mijn betoog de duidelijke waarheid is, en jullie erkennen de waarheid niet, dan rust op jullie de vloek van Allah, de engelen en alle mensen. Wie over de waarheid zwijgt, is een stomme satan. Vrede zij op de gezanten, en lof zij Allah, Heer der werelden!”

En ik richt mijn vloek bijzonder op hen die met absolute zekerheid weten dat ik werkelijk de verwachte Mahdi ben, maar die zwijgen en de waarheid niet steunen, alsof de zaak hen helemaal niets aangaat!


O geleerden van de ummah! Zien jullie niet dat de moslims hun geloof in mij uitstellen totdat jullie, de geleerden, in mij geloven? Maar ik roep jullie al drie jaar uit tot dialoog! Ik daag uit: is er iemand die met kennis, leiding en een helder Boek wil strijden? Ik weerleg de valse overtuigingen – maar jullie zwijgen! Als jullie mij in dwaling achten, verdedig dan het geloof! En als jullie mij in de waarheid zien, steun mij dan! Maar jullie blijven onbeslist – noch tegen mij, noch met mij.

Wie onder jullie mij ontdekt heeft via het internet en het niet deelt met anderen, zal worden aangerekend.

O jullie die de waarheid zoeken op het wereldwijde internet: vreest Allah! Deel mijn boodschap met alle geleerden en mufti’s van de islamitische landen! Wees niet naïef als een geleerde zegt: “Nasser Mohammed Al-Yamani is duidelijk in dwaling,” en jullie dan zeggen: “Je hebt gelijk!”

O geleerde die zonder kennis, leiding of helder Boek oordeelt: jullie volgen hem blindelings, terwijl Allah jullie verbiedt iets te zeggen waarvan jullie geen kennis hebben. Het gehoor, het gezicht en het hart – allen zullen daarvoor verantwoordelijk worden gesteld.

Laat wie mijn zaak ontkent, mij uitdagen in het wereldwijde dialoogforum en mij overtuigend weerleggen op mijn website, Al-Bashara.

O Ibn ‘Umar! Ik laat je bij Allah zweren: als ik door één of meer geleerden wordt overwonnen, laat dan hun brief op mijn site staan, zodat allen kunnen zien dat ik duidelijk in dwaling ben – mits zij dat met helder bewijs en kennis doen.

En ik, Nasser Mohammed Al-Yamani, zeg: als iemand mij overwint met bewijs en helder gezag, dan rust op mij de vloek van Allah, de engelen en alle mensen, elk ogenblik, elke seconde, tot de Dag des Oordeels. Maar zij kunnen het niet – want ik ben gewapend met kennis en gezag uit de Koran, het heldere Boek van Allah, de Woord van de Heer der werelden.

In welk woord na dit zouden zij geloven?

Vrede zij op Habib Al-Habib en allen die geloven. Vrede zij op ons en op alle rechtschapen dienaren van Allah. Vrede zij op de gezanten, en lof zij Allah, Heer der werelden.

Jullie broeder,
De verwachte Mahdi, Imam Nasser Mohammed Al-Yamani.





اقتباس: اضغط للقراءة
Laatst bijgewerkt: 07-12-2025 11:12 AM